Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], En [7]ik weende zeer, dat niemand waardig gevonden was, om dat boek te openen, en te lezen, noch hetzelve [in] te zien. 7. Namelijk omdat hij vreesde, dat hierdoor de belofte, aan hem tevoren geschied, zo haast geen voortgang mocht hebben; waar hij nochtans zeer naar verlangde.